Het kan gebeuren dat je iets heel naars meemaakt. Bijvoorbeeld: je hebt een ongeluk meegemaakt, iemand van wie je veel houdt is plotseling overleden, je bent mishandeld of erg gepest of je ouders hebben heftige ruzies in jouw bijzijn gehad.
Als je zoiets naars meemaakt , kan het zijn dat je de plaatjes van de nare gebeurtenissen weer voor je ziet, bijvoorbeeld als het stil is in de klas of als je net in bed ligt. Ook kan het zijn dat je schrikachtig en bang bent en bepaalde situaties vermijdt of je wil heel dicht bij je ouders zijn. Je zal misschien slecht slapen, vaak buik- of hoofdpijn hebben, je moeilijk kunnen concentreren op school, gauw boos zijn of erg verdrietig en somber.
Op zich heeft iedereen die zo iets naars heeft meegemaakt dit soort klachten (posttraumatische stress klachten). Het kan echter zijn dat de gebeurtenis (-sen) zo naar is (zijn) geweest, dat deze problemen blijven bestaan of op een veel later tijdstip opeens heel heftig worden. In die gevallen is het belangrijk om te kiezen voor traumabehandeling.